Falun

4 augustus 2018 - Falun, Zweden

Vandaag maakten we een dagtocht naar Falun. Daar bevindt zich de grote kopermijn van Zweden. Na anderhalf uur rijden arriveren we bij de mijn. Een prachtig park met allerlei voorzieningen. De mijn is vanaf het jaar 2000 UNESCO werelderfgoed. Tot het jaar 1992 werd hier kopererts gewonnen. En er werd zelfs zilver en goud naar boven gehaald. 

We besluiten met de Engelstalige tour mee te gaan. Deze brengt ons 87 meter onderin de mijn. Onze gids Amanda spreekt keurig Engels en denkt goed om onze veiligheid. We zijn met een groep van 28 mensen en ze vraagt wie steeds hekkensluiter wil zijn. Netjes geregeld hoor. Zo weten we zeker dat iedereen steeds meekomt. Voorzien van oranje of gele cape en dito helm gaan we de houten trappen af de mijn in. De temperatuur daalt tot 5 graden en eigenlijk is dat best even lekker. Het ruikt ook lekker in de mijn, het lijkt op de geur van hars. We lopen door lage gangen over natte houten planken en af en toe komen we in een grote ruimte. Daar steekt Amanda een olielampje aan en vertelt over de jaren vanaf 1600 tot nu. De mijn is echter al 1000 jaar geleden ontdekt, vermoedelijk door een geit, maar er is weinig bekend over de tijd vóór de middeleeuwen. Tara loopt gedwee mee en is heel rustig, Tes vindt het toch even spannend in de donkere grot. Het is een indrukwekkende belevenis en het valt op dat alles zo goed georganiseerd is. Onderin de mijn zijn grote ruimtes met houten vlonders ingericht, het doet heel prettig aan. De aanblik op de mijnschacht van 200 meter diep is ontzagwekkend. Zeker als je bedenkt dat 1 man in 1 maand tijd slechts 1 meter kon uithakken. 

Eenmaal weer boven hebben we trek en lopen richting restaurant waar ze een lekker buffet hebben. Brood met zoute boter, grote ronde crackers, couscoussalade, champignons en bloemkool in het zuur, watermeloen, verse kersen, wortelcake, chocolademouse en nog allerhande lekkers. Het valt mij op dat je in Zweden weinig á la carte hebt, ze hebben menu's per dag. Dus je eet wat de pot schaft. Wel makkelijk eigenlijk. 

Na het eten bekijken we het museum, die ook voor kinderen erg leuk is. Daarna is het tijd voor het treintje dat ons over het gehele terrein rijdt. We zien de fabriek waar de typische rode verf wordt gemaakt die op veel Zweedse huizen gesmeerd wordt. Deze verf wordt gemaakt van het pigment van het afval uit de mijn. De treinmachinist vertelt dat de Zweden dit zijn gaan gebruiken, omdat ze jaloers waren op de Duitse stenen huizen. We rijden ook langs de plek waar kinderen vanaf 7 jaar aan het werk waren om stenen te wassen en sorteren. Deze kinderen werkten net als de mijnarbeiders 12 uren achter elkaar en kregen betaald per kistje stenen. Pittig hoor. We stappen uit bij een curiosa winkeltje waar een prachtig mooi blauw keramieken tweedehands potje staat. Het trekt mijn aandacht en ik twijfel om het te kopen. Mijn zin in een kop thee neemt het over en we nemen plaats onder een appelboom in de boomgaard. Wat een heerlijk plekje en wat een heerlijk weer is het toch. De meiden genieten van een ijsje en Jeroen van een cola met een sommar broodje met aalbessen en kruisbessen. Na de thee lopen we weer langs het winkeltje en het potje staart me aan. Ik besluit te vragen wat het kost, Jeroen denkt dat hij duur is. Maar wat schetst onze verbazing, de eigenaresse wil er 25 kronen voor hebben, maar dan wel contant. Dat is iets minder dan € 2, 50. Geen geld dus, maar dan ook letterlijk geen geld, want we hebben geen Zweedse kronen. We hebben nog steeds niet gepint. Nou ja, pech. 

We lopen nog even langs het gebouw met de mijnschacht en kijken de diepte in. Even verderop scoort Tara een mooie steen met melkkwarts er in. Ze kan ze wel uitkiezen hoor, die Tara. Daarna is het tijd om te gaan. Het is inmiddels vier uur. 

Bij de auto aangekomen vindt Jeroen toch nog een paar kronen die hij van zijn pap en mam heeft gekregen. Het genoeg om mijn potje te kopen. Yes, wat een geluk, ik haal hem snel op, die staat straks heel mooi bij ons in huis met een bosje bloemen er in. 

Het is al laat, maar er is nog één ding dat Jeroen wil laten zien. De beroemde skischans van Falun. We rijden er op ons gevoel naartoe en lopen naar het einde van de schans. Je kijkt daar in de diepte en ziet als je omhoog kijkt die enorme schans waar ze in de winter vanaf roetsjen. Wij kunnen ons er weinig bij voorstellen. 

Onderweg naar huis stoppen we bij de Kupolen in Borlänge. Daar eten we even snel bij de grote M en doen voor de volgende dag wat boodschappen bij de ICA. Dan hoeven we daar morgen niet speciaal voor op pad. Tegen half acht zijn we thuis, de meiden zijn moe en gaan lekker op bed. Het was een lange, maar mooie dag.

Foto’s

4 Reacties

  1. Marga:
    4 augustus 2018
    Eh, Jeroen broodje walvis?
  2. Olja:
    4 augustus 2018
    Oeps, autocorrect, is aangepast naar aalbessen 😊
  3. Marga:
    4 augustus 2018
    Ah. Nu begrijp ik het potje. Ben erg benieuwd. Vast een mooie herrinnering aan deze reis.
    Jullie zien veel mooie en bijzondere dingen. De meiden zijn al weer vele ervaringen rijker. Geweldig toch.
  4. Antje.:
    4 augustus 2018
    Jullie doen echt veel indrukken op . Aan de gezichtjes van de meisjes te zien vinden ze het leuk en interessant .